Jong FC Utrecht verliest laatste competitiewedstrijd

Op maandag 3 mei 2010 speelde Jong FC Utrecht de laatste competitiewedstrijd tegen Jong Heracles op het kunstgras van het Polman stadion. Werd er eerder voor de competitie in de thuiswedstrijd gelijkgespeeld en gewonnen voor de beker door de jonge Domstedelingen. Op het eigen terrein was de Beloftenkampioen van de eerste divisie de baas in eigen huis en er werd dan ook met 4-0 gewonnen.

Lees het verslag van www.fc-utrecht.nl
Jong FC Utrecht verloor maandag met 4-0 uit bij Jong Heracles Almelo. Die ploeg vierde in het Polman Stadion het behalen van het kampioenschap en dus de promotie naar de Eredivisie voor beloftenteams. Dat was vooraf ook de ambitie van Jong FC Utrecht, maar het lukte helaas niet. Maandag kan de ploeg van Rob Alflen het seizoen nog wel met een prijs afsluiten. Dan wacht in Waalwijk de bekerfinale tegen Jong De Graafschap.
De wedstrijd van maandagavond was snel beslist in het voordeel van de thuisclub. Jong FC Utrecht leek al bezig met de bekerfinale. Terwijl de regen met bakken naar beneden viel, schoot Schulmeister de bal langs Erik Cummins, die weer terug is van een blessure. Hoewel Jong FC Utrecht bij vlagen aardig combineerde, was de ploeg uit Almelo veel doeltreffender. Nog voor rust werd het door opnieuw Schulmeister 2-0.
In de tweede helft toonden de Utrechtse beloften meer strijdlust. Het regende corners ( 11!), maar echte doelkansen bleven ook met een nieuw aanvalstrio binnen de lijnen uit. Alleen invaller spits Atilla Yildirim kreeg nog een mogelijkheid. Hij schoot de bal naast het Almelose doel. Aan de andere kant werd er nog wel gescoord. Bij beide doelpunten ging de Utrechtse verdediging niet vrijuit.


Jong Heracles - Jong FC Utrecht 4-0 (2-0). Klik voor meer wedstrijdfoto's HIER.

Opstelling Jong FC Utrecht: Erik Cummins, Gevero Markiet, Ismo Vorstermans, Dave Bulthuis, Jahmill Flu, Randy Wolters (72' Tony Schreurs), Ken van Mierlo, Kevin Huijsman, Evert Brouwers (59' Ingmar Maayen), Stefano Lilipaly, Frank van der Zwan (59' Atilla Yildirim).

©JW